Protocol: Certificeringssysteem voor OGS+ rij-instructeurs
Ingangsdatum: 15-12-2015, versie 1.2
Certificeringssysteem voor rijinstructeurs
In dit document vind je het certificeringssysteem voor rijinstructeurs op hoofdlijnen. Dit is opgesteld door de werkgroep, bestaande uit afgevaardigden van Brandweer Nederland, Ambulancezorg Nederland, IBKI en IFV. De Politieacademie en OTCRij (Defensie) zijn gevraagd om als inhoudelijke, onafhankelijke adviseurs mee te denken en te werken.
1.1 Examinering
De instructeurs moeten een examen afleggen dat bestaat uit 2 onderdelen:
Theorie-examenonderdeel: vragenlijst over kennis en inzicht.
Praktijkexamenonderdeel: zelf een rit rijden met optische en geluidssignalen.
De inhoud van de examens wordt gebaseerd op het multidisciplinair vastgestelde competentieprofiel zoals weergegeven in bijlage 5 van het evaluatierapport van de pilot Oefenen op de openbare weg ‘Heet hangijzer of koud watervrees’ (IFV, 2014).
De beide examenonderdelen zijn aparte eenheden. Een behaald examenonderdeel blijft 12 maanden geldig. Het is mogelijk om per onderdeel een herexamen te doen. Er wordt geen maximum gesteld aan het aantal pogingen. Het behalen van het theorie-examen is geen voorwaarde om deel te nemen aan praktijkexamen.
1.1.1 Inhoud en uitvoering theorie-examen
Het theorie-examen bestaat uit 25 vragen op het gebied van:
Wetgeving (Regeling Optische en Geluidssignalen, Wegenverkeerswet, Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) Verkeersgedrag (richtinggevend kader, beroepshouding) Brancherichtlijnen (brandweer, politie, ambulance). Na vaststelling nieuwe brancherichtlijn uitsluitend vragen over gezamenlijk deel.
Het theoriedeel kan afgenomen worden op één van de locaties van het IBKI.
1.1.2 Inhoud en uitvoering praktijkexamen
Duur examenrit: maximaal 1 uur. De gehele rit wordt meegenomen in de beoordeling, waarbij het zwaartepunt gelegd wordt op de spoedrit, Praktijkexamen begint met uitleg over de procedure. Vervolgens gaat de kandidaat een normale rit rijden (zonder optische en geluidssignalen). Onderweg krijgt de kandidaat de opdracht van de examinator om de rit met optische en geluidssignalen te vervolgen.
De kandidaat krijgt 2 ritten met optische en geluidssignalen van ongeveer 5 tot 10 minuten. Tijdens de ritten wordt er zowel binnen als buiten de bebouwde kom gereden en over kruispunten. Na de examenrit vindt een afsluitend gesprek met beoordeling plaats.
Het examen wordt afgenomen in een personenvoertuig categorie B. Het voertuig moet in ieder geval volledig zijn uitgevoerd als lesvoorrangsvoertuig conform geldende wet- en regelgeving (beschikt over correct uitgevoerde optische en geluidssignalen, dubbele bediening en extra spiegels).
Voorafgaand aan de rit wordt door het IBKI aan de meldkamer toestemming gevraagd om met optische en geluidssignalen te rijden. Een aandachtspunt is nog bij welke meldkamer
3/5 toestemming moet worden gevraagd als de kandidaat van een particuliere opleider afkomstig is. Het praktijkexamen wordt afgenomen vanaf het IBKI in Nieuwegein.
De route van de examenrit wordt vooraf gepland door de examinator van het IBKI. Er kan niet telkens dezelfde route worden gereden i.v.m. overlast omwonenden. De examinator geeft gedurende de rit instructies over de rijden route.
1.1.3 Examinatoren
Examinatoren worden door IBKI aangesteld. Examinatoren met een (commercieel) belang bij het al dan niet slagen van een bepaalde rijinstructeur, worden uitgesloten van het betreffende examen.
1.1.4 Instroomeisen
De kandidaat die het examen wil afleggen, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
In het bezit zijn van een geldig WRM-certificaat.
In het bezit zijn van een geldig rijbewijs B
De kandidaat moet een volledig ingericht voorrangsvoertuig meenemen welke aan voorwaarden van een lesvoertuig voldoen conform artikel 4 van de vrijstelling (Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2015, nr. IenM/BSK-2015/51943).
1.2 Certificaat
1.2.1 Geldigheidsduur certificaat
Het certificaat is vijf jaar geldig, waarna de rijinstructeur opnieuw examen moet doen. Deze hercertificering bestaat uit een praktijkexamen. Verder moet de rijinstructeur, voorafgaand aan het examen, deelnemen aan een bij-/ nascholing (1 dagdeel). Er wordt één OGS+ certificaat afgegeven voor alle voertuigcategorieën.
1.2.2 Aantonen dat rijinstructeur gecertificeerd is
De rijinstructeur krijgt, naast de WRM-pas, een pas voor het OGS-certificaat. Dit wordt een aparte pas, omdat het niet mogelijk is om dit bij op de WRM-pas te zetten.
IBKI beschikt over een centrale database, waarin de hulpdiensten op naam en geboortedatum van de rijinstructeur kunnen zoeken of diegene gecertificeerd is.
De rijinstructeur mag alleen lesgeven met optische en geluidssignalen aan de voertuigcategorie die op zijn WRM-certificaat staat.
Er is besproken dat het OGS-certificaat automatisch wordt ingetrokken bij het verlopen of intrekken van het WRM-certificaat. Het traject tot het intrekken van het WRM-certificaat staat beschreven in artikel 21 tot en met 23 van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen.
1.2.3 Uitwisselbaarheid politie/defensie met IBKI-certificering
Er zijn politie- en defensierijinstructeurs welke naast hun taak bij politie en defensie, ook bij andere opleidingsinstituten rijopleidingen op het gebied van rijden met optische en geluidssignalen verzorgen. De bevoegdheid van politie- en defensierijinstructeurs om met OGS te trainen zonder aanvullende certificering geldt alleen voor werkzaamheden in dienst van politie en defensie. Als zij ook in de particuliere markt trainingen willen verzorgen, hebben zij dus een OGS+-pas nodig. Omdat deze persoon vanuit politie of defensie geacht wordt over de benodigde kennis en vaardigheden te beschikken, kunnen personen die in het bezit zijn van het diploma politie/defensierijinstructeur én die als rijinstructeur werkzaam zijn bij politie of defensie de OGS+ -pas aanvragen bij het IBKI. Er is dan geen examen nodig. Deze uitwisseling is mogelijk vanaf het moment dat het certificeringssysteem operationeel is.
Andersom geldt de uitwisseling niet; de OGS+ -pas van IBKI is niet inwisselbaar met het diploma van politie/defensie rijinstructeur. De reden hiervoor is dat de eisen aan politie/defensie rijinstructeur verder gaan dan alleen de lesbevoegdheid en het rijden met optische en geluidssignalen.
1.3 Overige punten
1.3.1 Voertuig voor particuliere opleiders
Het oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen mag alleen plaatsvinden in een voertuig dat uitgevoerd is als voorrangsvoertuig (striping, sirene, blauw zwaailicht). Uitsluitend hulpdiensten mogen voorrangsvoertuigen in gebruik hebben. Dit betekent dat particuliere opleiders niet de beschikking hebben over het juiste voertuig om les te mogen geven met OGS. Zij dienen daarom via één van de hulpdiensten (al dan niet met gebruikmaking van een verhuurder) een voertuig te regelen.
1.3.2 Opleiden instructeurs
Het opleiden van rijinstructeurs om met optische en geluidssignalen te rijden en les te geven, valt niet binnen de kaders van dit traject. De werkgroep is van mening dat het op het juiste niveau (examen niveau) brengen van een rijinstructeur aan de markt kan worden overgelaten.