Naar hoofdinhoud
Een foto van een hand van een oudere man die een formulier invult op een tafel. Aan de overkant zie je de handen van de mensen aan de andere kant van de tafel.

Examenreglement: WRM algemeen deel

Ingangsdatum: 01-10-2021, versie -

Examenreglement: WRM algemeen


Inhoudsopgave

1 Algemene bepalingen

2 Voor het examen

3 Inschrijving voor het examen

4 Uitvoering van het examen

5 Slotbepalingen


1 Algemene bepalingen


Algemeen

Reglement voor het afnemen van het examen rij-instructeur voor de categorieën A, B, C, D, E, T en het herintrederstraject WRM ingevolge artikel 2 van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 voor het verkrijgen van een certificaat, zoals bedoeld in artikel 7 van deze wet.


Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  1. IBKI: Innovam Branchekwalificatie-Instituut, onderdeel van Stichting VAM, kantoorhoudende te Nieuwegein aan de Structuurbaan 2. IBKI is belast met de uitvoering van deze examens.

  2. Categorie: In dit reglement wordt verstaan ondercategorie de klasse waarin een examen wordt afgenomen. Categorie A: motorfiets, categorie B: personenauto, categorie C: vrachtauto, categorie D: autobus, categorie E: aanhangwagen, categorie T: LBT (landbouw- of bosbouwtrekker) en MMBS (Motorrijtuig met beperkte snelheid).

  3. Certificaat: Een bewijs dat de bevoegdheid verleent rijonderricht te geven voor de op dat bewijs vermelde categorie(ën) motorrijtuigen met een geldigheidsduur van 6 maanden (stagepas categorie A, C of D), 12 maanden (stagepas categorie B of T) dan wel 6 maanden of 5 jaar (bevoegdheidspas), door IBKI afgegeven aan degene die voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid tot het geven van rijonderricht, zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet rijonderricht

    motorrijtuigen 1993.

  4. Examen: Het vanwege de minister af te nemen examen zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 (onderdelen a, b, c, d en h) van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993.

  5. Examenbeoordelingscommissie: Een commissie zoals benoemd in artikel 16 van dit reglement. Deze commissie is belast met het afnemen van en rapporteren over het verloop van het examen.

  6. Gecommitteerde: Door de Minister benoemde toezichthouder op de uitvoering van de examens.

  7. Kandidaat: Degene die ter deelneming aan het examen is ingeschreven.

  8. Minister: De minister van Infrastructuur en Waterstaat.

  9. Resultatenlijst: Een bewijs waarop het (de) toegekende cijfer(s) is (zijn) vermeld en waaruit het eindresultaat van een examen of onderdeel van een examen blijkt.

  10. Rijonderricht: Onderricht zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993.

  11. Stagiair: Een examenkandidaat die in het bezit is van een door IBKI afgegeven bewijs, dat de bevoegdheid verleent onder begeleiding van een stagementor rijonderricht te geven voor de op dat bewijs vermelde categorie(ën) motorrijtuigen met een geldigheidsduur van 10 maanden (stagepas categorie A, C of D) of 12 maanden (stagepas categorie B of T), zoals bedoeld in artikel 12a van de WRM 1993.

  12. Stagebeoordeling: Beoordeling door IBKI van een praktijkles met een rijbewijsleerling na afloop van de verplichte stage.

  13. WRM 1993: De Wet rijonderricht motorrijtuigen van 7 juli 1993, zoals gepubliceerd in Staatsblad 418 van 1993.

Artikel 2: Examenorganisatie

  1. De organisatie, de administratie en de uitvoering van het examen voor rij-instructeurs is door de minister opgedragen aan IBKI te Nieuwegein.

  2. Het examen wordt afgenomen door een examenbeoordelingscommissie waarvan de leden zijn opgenomen in een door IBKI te beheren bestand.

  3. Bij de examens wordt, steekproefsgewijs, toezicht uitgeoefend door een gecommitteerde. De gecommitteerden zijn opgenomen in een door de minister vastgestelde lijst.

  4. IBKI stelt de gecommitteerde in staat datgene te doen wat voor de vervulling van zijn taak nodig is.


2 Voor het examen

 

Artikel 3: Examendoelen en -samenstelling

  1. Het examen wordt ingericht voor een onderzoek naar de bekwaamheid tot het geven van rijonderricht aan bestuurders van motorrijtuigen van de categorieën A, B, C, D, E of T, waarvoor de eisen van bekwaamheid zijn vermeld in het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009.

  2. Het examen voor basiscertificaat categorie B bestaat uit:

    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

    Deel 2: Didactische voorwaarden

    • Examenonderdeel 2.a: lesvoorbereiding

    • Examenonderdeel 2.b: lesuitvoering en beoordelen

    Deel 3: Proeve van bekwaamheid

    • Examenonderdeel 3.a: stagebeoordeling (praktijkles)

  3. Het examen voor aanvullend certificaat categorie A bestaat uit:

    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

    • Examenonderdeel 1.c: bijzondere verrichtingen (BV)

    Deel 3: Proeve van bekwaamheid

    • Examenonderdeel 3.a: stagebeoordeling (praktijkles)

  4. Het examen voor aanvullend certificaat categorie C bestaat uit:

    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

    Deel 3: Proeve van bekwaamheid

    • Examenonderdeel 3.a: stagebeoordeling (praktijkles)

  5. Het examen voor aanvullend certificaat categorie D bestaat uit:


    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

    Deel 3: Proeve van bekwaamheid

    • Examenonderdeel 3.a: stagebeoordeling (praktijkles)

  6. De examens voor aanvullend certificaat categorieën E achter B/C/D bestaan uit:


    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

  7. Het examen voor aanvullend certificaat categorie T voor kandidaten die een geldig certificaat B hebben bestaat uit:


    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

    Deel 2: Didactische voorwaarden

    • Examenonderdeel 2.a: lesvoorbereiding

    • Examenonderdeel 2.b: lesuitvoering en beoordelen

    Deel 3: Proeve van bekwaamheid

    • Examenonderdeel 3.a: stagebeoordeling (praktijkles)

  8. Het examen voor aanvullend certificaat categorie T voor kandidaten die een geldig certificaat E achter C/D hebben bestaat uit:

    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

    Deel 3: Proeve van bekwaamheid

    • Examenonderdeel 3.a: stagebeoordeling (praktijkles)

  9. Het examen voor aanvullend certificaat Cat. T voor kandidaten in het bezit van een geldig WRM certificaat Cat. E achter C/D.

    Deel 1: Competente verkeersdeelname

    • Examenonderdeel 1.a: theorie van de rijtaak

    • Examenonderdeel 1.b: praktijkrit (eigen rijvaardigheid)

Artikel 4: Bijlagen bij examenreglement

  1. Voor de inhoud en wijze van examinering van de examens voor de diverse categorieën motorrijtuigen en van het herintrederstraject WRM, wordt verwezen naar respectievelijk de bijlage A, B, C, D, E, T of herintrederstraject WRM behorende bij dit algemene deel examenreglement rij-instructeur.

  2. Die informatie staat ook op www.ibki.nl, waar ook nadere voorwaarden en regels staan met betrekking tot de wijze van examinering.

Artikel 5: Oproep voor een examen

  1. Kandidaten ontvangen ten minste 3 (drie) weken voor de examendag een schriftelijke oproep (tenzij mondeling een andere afspraak is gemaakt). In deze oproep wordt het volgende aangegeven:

    • De examenplaats.

    • Het examenadres.

    • De datum en het tijdstip waarop de kandidaat op de dag van het af te nemen examen aanwezig moet zijn op de aangegeven examenplaats.

  2. Als de kandidaat niet op het in de uitnodiging vermelde tijdstip op de examenlocatie aanwezig is, kan hij niet meer worden toegelaten tot respectievelijk niet deelnemen aan het examen waarvoor hij was uitgenodigd.

Artikel 6: Legitimatie

  1. Op de examendag moeten kandidaten, voor het begin van het examen, de IBKI-uitnodiging aan de examenbeoordelingscommissie laten zien en zich legitimeren met een geldig rijbewijs. Dit geldt zowel voor theoretische als praktische examens. Op dit rijbewijs is artikel 7 van dit reglement van toepassing.

  2. Leerlingen waaraan bij examenonderdeel 3.a stagebeoordeling (praktijkles) wordt les gegeven, moeten zich legitimeren met een geldig identiteitsbewijs (paspoort, identiteitskaart of geldig verblijfsdocument van vreemdelingen). Ook een geldig rijbewijs - niet van de categorie waarvoor de kandidaat het WRM-examen aflegt - wordt als identiteitsbewijs geaccepteerd. Op dit rijbewijs is artikel 7 van dit reglement van toepassing.

Artikel 7: Rijbewijzen

  1. Bij alle examenonderdelen van categorie B dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie B.

  2. Bij alle examenonderdelen van categorie A dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie A zwaar (wanneer behaald vóór 19 januari 2013) of A (wanneer behaald op of ná 19 januari 2013). Let op: rijbewijzen met alleen categorie A1 of A1 en A2, conform de indeling in rijbewijscategorieën geldend op of ná 19 januari 2013, zijn niet voldoende om deel te nemen.

  3. Bij alle examenonderdelen van categorie C dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie C. Let op: een rijbewijs met alleen categorie C1, conform de indeling in rijbewijscategorieën geldend op of ná 19 januari 2013, is niet voldoende om deel te nemen.

  4. Bij alle examenonderdelen van categorie D dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie D. Let op: een rijbewijs met alleen categorie D1, conform de indeling in rijbewijscategorieën geldend op of ná 19 januari 2013, is niet voldoende om deel te nemen.

  5. Bij alle examenonderdelen van categorie E achter B dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie E achter B. Bij alle examenonderdelen van categorie E achter C dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie CE.

  6. Bij alle examenonderdelen van categorie E achter C dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie CE. Bij alle examenonderdelen van categorie E achter D dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie DE. Let op: rijbewijzen met alleen categorie C1E of D1E, conform de indeling in rijbewijscategorieën geldend op of ná 19 januari 2013, zijn niet voldoende om deel te nemen.

  7. Bij alle examenonderdelen van categorie T dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs categorie B (wanneer behaald voor 1 juli 2015) of categorie T. Kandidaten die in het bezit zijn van een geldig WRM–certificaat categorie E achter C/D dienen in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs CE.

  8. Leerlingen waaraan bij examenonderdeel 3.a stagebeoordeling wordt lesgegeven, mogen niet in het bezit zijn van een rijbewijs voor de categorie waarvoor de kandidaat het WRM-examen aflegt. Zie voor categorie A, C, D en T respectievelijk Bijlage A, C, D en T behorende bij dit Algemene deel Examenreglement Rij-instructeur.

  9. Naast een geldig Nederlandse rijbewijs worden als geldig rijbewijs ook geaccepteerd:

    • Geldige buitenlandse rijbewijzen die zijn afgegeven in een van de landen van de Europese Unie of in IJsland, Liechtenstein of Noorwegen (EU/EER), tot 10 (tien) jaar na afgiftedatum. Als dit rijbewijs al ouder is dan 9 (negen) jaar bij vestiging in Nederland, mag de houder hier nog 1 (een) jaar mee blijven rijden.

    • Geldige buitenlandse rijbewijzen die zijn afgegeven in een ander land dan de EU/EER, of op de Nederlandse Antillen of Aruba, tot 185 (honderdvijfentachtig) dagen na vestiging in Nederland.

  10. Aan het getoonde geldige rijbewijs worden de volgende eisen gesteld:

    • Het moet geheel behoorlijk leesbaar zijn.

    • Er mogen geen wijzigingen in zijn aangebracht.

    • Het mag niet geheel of gedeeltelijk beschadigd of gescheurd zijn.

    • Aan het rijbewijs mag niets zijn geplakt, met plakband, tape en dergelijke.

Artikel 8: Eisen aan examenvoertuigen en bijbehorende apparatuur

  • Algemene eisen aan bij praktijkexamens te gebruiken motorvoertuigen:

    • De aanvrager van een praktijkexamen zorgt voor een motorvoertuig (of voertuigen) respectievelijk samenstel van een trekkend voertuig en aanhangwagen van de categorie waarvoor het examen wordt afgelegd.

    • Bij examenonderdeel 1.b praktijkrit van categorie A, C, D, E achter C en E achter D dient dit motorvoertuig en/of samenstel van trekkend voertuig en aanhangwagen het motorvoertuig en/of samenstel te zijn dat gekoppeld is aan de rijbewijsbevoegdheid van de zwaarste categorie (categorie A, C, D, CE of DE), zoals geldend op of ná 19 januari 2013. Dit geldt ook voor examenonderdeel 1.c Bijzondere verrichtingen (BV) van categorie A.

  • De aanvrager en de eigenaar/houder van het motorvoertuig respectievelijk het samenstel staan ervoor in dat het motorvoertuig respectievelijk het samenstel:

    • In een goede staat verkeert.

    • Geheel voldoet aan de eisen die in de wet aan motorvoertuigen in het algemeen en aan het motorvoertuig respectievelijk het samenstel van trekkend motorvoertuig en aanhangwagen van de betreffende categorie in het bijzonder worden gesteld.

    • Ook voldoet aan de nadere eisen zoals gesteld door het CBR voor examenvoertuigen van de betreffende categorie.

    • Voldoet aan eventuele aanvullende eisen van IBKI. Hiervoor wordt verwezen naar leden 2 tot en met 4 van dit artikel.

    • Bij het examenonderdeel 1.b praktijkrit voor categorieën A, B, C, D, E achter B en E achter C/D en bij examenonderdeel 1.c Bijzondere verrichtingen (BV) voor categorie A moeten de originele voertuigdocumenten van de betreffende voertuigen aanwezig zijn, dit ter controle door de examinator.

    • Bij het examenonderdeel 1.b praktijkrit voor categorieën C en E achter C moet er een werkende aslastmeter gemonteerd zijn op iedere as of een weegbrief niet ouder dan één jaar voorafgaand aan het examen aanwezig zijn, dit ter controle door de examinator.

    • Het afnemen van een examen met een motorvoertuig respectievelijk samenstel houdt geen aanvaarding door IBKI en de examinator in van enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid.

  • Extra eisen bij praktijkexamens categorie A

    Alleen voor examenonderdeel 1b praktijkrit geldt dat de kandidaat moet zorgen voor een geschikte motorfiets, die voldoet aan de volgende eisen:

    • Een minimaal vermogen van 50 kW, zoals moet blijken uit het bijbehorende originele kentekenbewijs.

    • Het stationair toerental moet worden geregeld via het met de hand regelen van het gas (mag niet zijn vastgezet) en overeenkomen met het voor die motorfiets gebruikelijke door de fabrikant ingestelde stationair toerental. Voor het voor de te gebruiken motorfiets gebruikelijke toerental wordt verwezen naar de informatie die de fabrikant daarover levert.

    • Let op: met een motorfiets waarbij het stationair toerental is verhoogd, wordt het examen niet afgenomen.

    • De motorfiets moet een normale hand/voetgeschakelde versnellingsbak hebben. Op het examen worden motorfietsen/scooters met een automatische versnelling niet toegelaten. Dit geldt niet voor personen die een rijbewijs A hebben met de aantekening dat alleen met een automaat mag worden gereden.

    • De motorfiets moet een met de hand of voet te bedienen koppeling hebben (geen semi-automaat).

    • Een goed werkende portofooninstallatie met handsfree-set en één ontvanger met oortje (VOX- gestuurd), voor respectievelijk de kandidaat en de examinator (die in een eigen auto volgt).

    • Beschermende uitrusting, conform de eisen die aan kandidaten voor het motorfietsexamen van het CBR worden gesteld.

  • Alleen voor examenonderdeel 1c Bijzondere verrichtingen (BV) geldt dat de kandidaat moet zorgen voor een geschikte motorfiets, die voldoet aan de volgende eisen:

    • een minimaal vermogen van 50 kW, zoals moet blijken uit het bijbehorende originele kentekenbewijs.

    • het stationair toerental moet geregeld worden via het met de hand regelen van het gas (mag niet zijn vastgezet) en overeenkomen met het voor die motorfiets gebruikelijke door de fabrikant ingestelde stationair toerental. Voor het voor de te gebruiken motorfiets gebruikelijke toerental wordt verwezen naar de informatie die de fabrikant daarover levert.

    • Met een motorfiets waarbij het stationair toerental is verhoogd, wordt het examen niet afgenomen.

    • De motorfiets moet een normale hand/voetgeschakelde versnellingsbak hebben. Motorfietsen of scooters met een automatische versnelling zijn niet toegestaan. Dit geldt niet voor kandidaten met rijbewijs A met de aantekening dat alleen met een automaat mag worden gereden.

    • De motorfiets moet een met de hand of voet te bedienen koppeling hebben (geen semi-automaat).

    • Beschermende uitrusting, conform de eisen die het CBR aan examenkandidaten categorie A stelt.

  • Alleen voor examenonderdeel 3a stagebeoordeling geldt dat de kandidaat moet zorgen voor:

    • Naar keuze van de kandidaat een volgauto dan wel een zelf te berijden motorfiets. De opdrachten worden tijdens de stagebeoordeling aan de leerling vanaf de bestuurdersplaats gegeven uit een door de kandidaat meegebrachte volgauto dan wel vanaf de eigen motorfiets, door gebruik te maken van een portofoon.

    • Een geschikte motorfiets voor de leerling, die voldoet aan de volgende eisen:

      • het stationair toerental moet worden geregeld via het met de hand regelen van het gas (mag niet zijn vastgezet) en overeenkomen met het voor die motorfiets gebruikelijke door de fabrikant ingestelde stationair toerental. Voor het voor de te gebruiken motorfiets gebruikelijke toerental wordt verwezen naar de informatie die de fabrikant daarover levert.

      • Met een motorfiets waarbij het stationair toerental is verhoogd wordt het examen niet afgenomen.

      • De motorfiets moet een normale hand-/voetgeschakelde versnellingsbak hebben. Op het examen worden motorfietsen/scooters met een automatische versnelling niet toegelaten.

      • De motorfiets moet een met de hand of voet te bedienen koppeling hebben (geen semi-automaat).

      • Een goed werkende portofooninstallatie met handsfree-set en ten minste twee ontvangers met oortje (voor leerling en examinator). Onder handsfree wordt verstaan dat de kandidaat altijd, ook als hij de portofoon bedient/gebruikt, twee handen aan het stuur heeft.

      • Beschermende uitrusting (ook voor de leerling), conform de eisen die aan kandidaten voor het motorfietsexamen van het CBR worden gesteld.

      • 11 (elf) pilonnen.

  • Extra eisen bij praktijkexamens categorieën C, D, E achter B en E achter C/D

  • De kandidaat moet bij het afleggen van examenonderdeel ‘1.b Praktijkrit’ voor categorieën C, D en E en ‘3.a Stagebeoordeling (praktijkles)’ voor categorieën C en D zorgen voor 6 (zes) pilonnen.

  • Alleen voor categorieën C en ‘E achter C’ geldt:

    • Het voertuig moet zijn voorzien van een slaapcabine en ten minste 3 (drie) deugdelijke zitplaatsen, conform de zitplaatsdefinitie uit de Regeling voertuigen: een samenstel van een zitting en rugleuning die al dan niet een integrerend deel vormt van de constructie van het voertuig, die plaats biedt aan een volwassen persoon, met dien verstande dat de zitplaats zowel een afzonderlijke zitplaats kan zijn als een gedeelte van een bank dat plaats biedt aan één persoon. Deze derde (en eventuele vierde) zitplaats moet ook:

      • naar voren zijn gericht.

      • voorzien zijn van ten minste een deugdelijke en bruikbare heupgordel.

      • voldoende zicht bieden op de verkeerssituatie.

      • zo zijn geplaatst dat de juridische en feitelijke bestuurder op geen enkele wijze worden gehinderd.

  • Alleen voor categorieën D, E achter B en E achter D geldt:

    • Het motorrijtuig moet voorzien zijn van ten minste 4 (vier) zitplaatsen.

    • Op elk van deze zitplaatsen moet men met rechte rug en zonder opgetrokken benen kunnen zitten.

    • Daarbij geldt tevens de eis dat elke meerijdende examinator en – wanneer een gecommitteerde en/of een door de voorzitter toegelaten bezoeker wil meerijden – gecommitteerde en/of bezoeker tijdens de praktijkrit/stagebeoordeling goed zicht hebben/heeft op zowel de verkeerssituatie als de verrichtingen van de leerling en de kandidaat. Dit betekent dat alle (vier) zitplaatsen naar voren gericht dienen te zijn en, voor zover niet wettelijk vereist, bij voorkeur voorzien van gordels.

  • Richtlijn ten aanzien van de toelating van voertuigen met automatische versnellingsbak:

    • Bij categorie B, examenonderdeel 1.b Praktijkrit is een voertuig met automatische versnellingsbak toegestaan.

    • Bij categorie B, examenonderdeel 3.a Stagebeoordeling zijn voertuigen met automatische versnellingsbak toegestaan.

    • Bij categorie C (solo), categorie D (solo) en de categorieën E achter B en E achter C/D zijn voertuigen met halfautomatische of volledig automatische versnellingsbak toegestaan.

Artikel 9: Verzekering

  1. Voorwaarde gesteld aan de verzekering van het motorvoertuig of samenstel bij zowel examenonderdeel 1b Praktijkrit als examenonderdeel 3a stagebeoordeling (praktijkles) voor de categorieën A, B, C, D en E achter B en E achter C/D.

  2. De kandidaat dan wel opleider zorgt ervoor dat voor het motorvoertuig of het samenstel van motorvoertuig en aanhangwagen dat voor het examen in het kader van de WRM 1993 wordt ingezet, een verzekering met de gebruikelijke voorwaarden van kracht is, uit hoofde waarvan verzekerd zijn niet alleen het risico van het motorvoertuig en het samenstel jegens derden (inclusief inzittenden waaronder de examinator en eventueel andere personen die uit hoofde van hun functie meerijden) voor zaak- en personenschade, die met het motorvoertuig of samenstel wordt veroorzaakt, maar ook het risico van schade aan het motorvoertuig of het samenstel zelf.

Artikel 10: Schadeaansprakelijkheid

  • Voorwaarden gesteld bij examenonderdeel 1b Praktijkrit voor de categorieën A, B, C, D, E achter B, E achter C/D en T met betrekking tot schadeaansprakelijkheid:

    • IBKI en de examinator zijn tegenover de opleider, kandidaat of daaraan verbonden personen niet aansprakelijk, uit welke hoofde dan ook, voor schade van welke aard dan ook die verband houdt met het gebruik van het motorvoertuig of samenstel bij het praktijkexamen, behalve als de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de examinator.

    • De opleider en/of de kandidaat vrijwaart IBKI en daaraan verbonden personen tegen vorderingen tot vergoeding van schade van welke aard dan ook die verband houdt met het gebruik van het motorvoertuig of samenstel voor een praktijkexamen, behalve als de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de examinator.

    • Als tijdens een praktijkexamen overtredingen met het motorvoertuig of samenstel worden begaan waarvoor geldboetes worden opgelegd, dienen de kosten hiervan door de kentekenhouder en/of de kandidaat te worden betaald respectievelijk vergoed, indien van toepassing, aan de examinator of IBKI.

Artikel 11: Lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de kandidaat en/of leerling

  1. De kandidaat is te allen tijde geestelijk en lichamelijk in staat als feitelijk en juridisch bestuurder het voertuig zodanig te beheersen dat op een veilige, verantwoorde en sociale manier aan het verkeer wordt deelgenomen en hij is daarbij in staat al de handelingen te verrichten die in de examensituatie noodzakelijk (kunnen) zijn.

  2. In verband met het afleggen van de praktijkrit dan wel uitvoeren van de stagebeoordeling mag een kandidaat en/of rijbewijsleerling geen alcohol hebben genuttigd en/of niet onder invloed zijn van andere middelen (drugs, medicijnen etcetera) die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.

  3. Als de examenbeoordelingscommissie of de examinatoren aanwijzingen hebben dat niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1 en/of 2 van dit artikel, zal niet worden overgegaan tot het afnemen van het betreffende examenonderdeel of het examenonderdeel worden afgebroken en als onvoldoende worden aangemerkt. Bij twijfel beslist IBKI.

Artikel 12: Verbod op gebruik apparatuur

  1. Het is kandidaten en/of personen die hen vergezellen (zoals leerlingen en medewerkers van opleidingsinstituten) niet toegestaan tijdens het inleidende gesprek voorafgaand aan het examen, het daadwerkelijke examen en het afsluitende gesprek na een examen gebruik te maken van in werking zijnde GSM-apparatuur, zend- en/of ontvangstapparatuur of opname- en/of registratieapparatuur, geluid, beeld of beide betreffend.


    Hierop bestaat de volgende uitzondering: het is wel toegestaan tijdens de stagebeoordeling of praktijkbegeleiding een camera beeldopnamen te laten maken van de weg vóór het examenvoertuig, als didactisch hulpmiddel bij het geven van feedback aan de leerling door de kandidaat tijdens een stop in de les of direct na de les.

  2. Als de examinatoren aanwijzingen hebben, al dan niet op aanwijzing van andere medewerkers van IBKI, dat niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1 van dit artikel, zal niet worden overgegaan tot het afnemen van het betreffende examenonderdeel of het examenonderdeel worden afgebroken en als onvoldoende worden aangemerkt. Bij twijfel beslist IBKI.

Artikel 13: Sancties hoofstuk 2

  1. Ingeval aan de eisen, voorwaarden en richtlijnen zoals gesteld in dit hoofdstuk, geheel of gedeeltelijk niet wordt voldaan, wordt het examen niet afgenomen dan wel wordt het examen afgebroken of als onvoldoende aangemerkt. De gevolgen daarvan zijn geheel voor rekening en risico van de kandidaat.

  2. Als het examen geheel niet wordt afgenomen, omdat voorafgaand aan het examen is vastgesteld dat geheel of gedeeltelijk niet is voldaan aan één van de eisen, voorwaarden en/of richtlijnen zoals gesteld in dit hoofdstuk, wordt dit examen niet meegeteld bij een bepaling van het aantal herkansingen dat de kandidaat voor dat specifieke examen ter beschikking heeft.

  3. Als het examen wordt afgebroken tijdens het afnemen van het examen dan wel het examen wordt als onvoldoende aangemerkt omdat aan de eisen, voorwaarden en/of richtlijnen zoals gesteld in dit hoofdstuk, geheel of gedeeltelijk niet is voldaan, wordt dit examen wel meegeteld bij een bepaling van het aantal herkansingen dat de kandidaat voor dat specifieke examen ter beschikking heeft.

3: Inschrijving voor het examen


Artikel 14: Inschrijving voor een examen

  1. De aanvrager van een examen in het kader van de WRM categorie B of basiscertificaat T dient op het moment van eerste inschrijving de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt en over een geldig rijbewijs B respectievelijk (bij basiscertificaat T) een geldig rijbewijs B behaald voor 1 juli 2015 of een geldig rijbewijs T te beschikken.

  2. Inschrijving voor een eerste examen categorie B of basiscertificaat T is alleen mogelijk als de aanvrager aan IBKI een van de volgende stukken kan overleggen:

    • Een bewijsstuk respectievelijk officiële verklaring van de betreffende school, waaruit blijkt dat in Nederland met goed gevolg een schoolopleiding is gevolgd op het niveau van ten minste voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de theoretische of gemengde leerweg (vmbo TL of GL), of op een gelijkwaardig niveau. Het bewijsstuk dient een origineel diploma of een gewaarmerkte kopie daarvan te zijn.

    • Een bewijsstuk respectievelijk verklaring waaruit blijkt dat in het buitenland met goed gevolg een schoolopleiding is gevolgd, waarvan het door de aanvrager behaalde eindniveau vergelijkbaar is met het onder a aangegeven niveau. Een Nederlandse vertaling van een buitenlands diploma is niet voldoende.

    • Een door IBKI afgegeven bewijs van voldoende resultaat voor de geschiktheidstest WRM.

  3. Het bewijsstuk/de verklaring van een met goed gevolg afgelegde schoolopleiding die een aan vmbo TL of GL gelijkwaardig niveau heeft (zoals bedoeld in artikel 14, lid 2, onderdeel a) dan wel het in artikel 14, lid 2 (onderdeel b) bedoelde bewijsstuk/de verklaring dienen te zijn afgegeven door een van de AOB's (adviesbureaus opleiding en beroep) of het Informatiecentrum Diplomawaardering van Nuffic en SBB (IcDW, Zoetermeer). In het overgelegde bewijsstuk/de verklaring dient duidelijk te zijn vermeld dat de afgifte van het bewijsstuk/de verklaring heeft plaatsgevonden ten behoeve van de mogelijke toelating tot het WRM-examen. Bewijsstukken/verklaringen van andere instituten of organisaties dan een van de hiervoor genoemde organisaties worden niet geaccepteerd.

  4. De overige inschrijfvoorwaarden voor de examens van de diverse categorieën zijn vastgelegd in de van toepassing zijnde Bijlagen A, B, C, D, E, T of Herintrederstraject WRM behorende bij dit Algemene deel Examenreglement Rij-instructeur.

  5. Een aanvrager kan zich niet inschrijven voor een examen van een kwalificatie die hij reeds bezit; ook het afleggen van een examen van een kwalificatie die men reeds bezit is niet mogelijk.

Artikel 15: Geschiktheidstest

  1. Kandidaten met onvoldoende vooropleiding (zie artikel 14 lid 2) kunnen bij IBKI, via een examen op de computer, een geschiktheidstest WRM afleggen.

  2. Kandidaten met een voldoende resultaat voor de geschiktheidstest mogen zich aanmelden voor het examen categorie B of T (basiscertificaat). Zij moeten voldoen aan alle aanmeldingsvereisten uit bijlage B respectievelijk T bij dit Algemene deel Examenreglement Rij-instructeur.

HOOFDSTUK 4: Uitvoering van een examen


Artikel 16: Examenbeoordelingscommissie

  1. Voor iedere examendag wijst IBKI de leden van de examenbeoordelingscommissie aan.

  2. Als de omvang of aard van een examen daartoe aanleiding geeft, kan per examenlocatie worden volstaan met de aanwezigheid van een van de leden van de op die dag aangewezen examenbeoordelingscommissie.

  3. De examenbeoordelingscommissie bestaat uit:

    1. De secretaris. Deze verricht de organisatorische en administratieve werkzaamheden die zich tijdens een examen voordoen. Bij zijn afwezigheid is een examinator zijn plaatsvervanger.

    2. Zonodig een of meer examinatoren.

  4. Het is niet toegestaan dat een examinator een kandidaat examineert die hij kent uit een andere situatie dan een eerder WRM-examen (zoals familie, kennissen/zakenrelaties, (oud-)werknemers of sollicitanten).

Artikel 17: Hulpmiddelen bij examens

  1. Bij examens op de computer is het de kandidaten niet toegestaan enig hulpmiddel (zoals pen, papier, woordenboek, mobiele telefoon, tablet, rekenmachine of lesmateriaal) op de examentafel te hebben en te gebruiken.

  2. Bij schriftelijke toetsing is het de kandidaten niet toegestaan enig hulpmiddel (zoals papier, woordenboek, mobiele telefoon, tablet, rekenmachine of lesmateriaal) op de examentafel te hebben en te gebruiken. Het gebruik van een pen is uiteraard wel toegestaan.

  3. Lid 2 van dit artikel is - in het geval van schriftelijke toetsing - niet van toepassing als dit tussen IBKI en de kandidaat is afgesproken in het kader van een door IBKI geaccepteerd verzoek om een aangepast examen op grond van de dyslexieregeling van IBKI.

Artikel 18: Taal waarin een examen wordt afgenomen

  1. De examens worden geheel afgenomen in de Nederlandse taal. Een kandidaat dient daarom de Nederlandse taal, zowel het spreken als het lezen, in voldoende mate te beheersen.

  2. Bij de theoretische examenonderdelen van deel 1 en 2 is mondelinge examinering niet mogelijk.

  3. Het gebruikmaken van de diensten van een tolk bij de examens is niet toegestaan.

Artikel 19: Correctie en resultaten theorie-examens

  1. De antwoorden van opgaven bij de examenonderdelen die op de computer dan wel schriftelijk worden afgenomen, worden nagekeken door dan wel onder toezicht en verantwoordelijkheid van de examenbeoordelingscommissie.

  2. De resultaten van elke kandidaat worden aan de hand van een waarderingstabel omgezet in een eindwaardering voor ieder onderdeel. Deze eindwaarderingen worden op een overzichtslijst vastgelegd.

Artikel 20: Beoordeling en resultaat praktijkexamens

  1. Examenonderdelen die in de praktijk worden afgenomen - de praktijkrit en het geven van (een) praktijkles(sen) in het kader van de stagebeoordeling - worden als regel geëxamineerd door één examinator.

  2. Tijdens de praktijk-examenonderdelen maakt de examinator aantekeningen van de wijze van uitvoering van het examenonderdeel door de kandidaat. Deze aantekeningen worden na afloop van de uitvoering van het examenonderdeel omgezet in een beoordeling op het van toepassing zijnde protocol.

  3.  De examinator stelt aan de hand van een protocol en de daarbij behorende scorevoorschriften het behaalde resultaat vast.

Artikel 21: Stage en stagebeoordeling

  • Deel 3 van het examen bestaat uit de stagebeoordeling/praktijkles 3a.

  • Een stagiair dient IBKI tijdens de totale stageperiode steeds vooraf een planning van de stagerijlessen (lesuren) op te geven, met lestijden en aankomst- en vertreklocaties, in verband met een mogelijke steekproefinspectie.

  • Wanneer de stage volledig is afgerond, mag een stagiair zich aanmelden voor de stagebeoordeling. De stagiair is dan verplicht de originele handtekeningenformulieren van de stagelessen (portfolio) en (alleen bij categorie B) het originele meerijdformulier CBR-examen per post op te sturen.


    Worden niet de originele formulieren opgestuurd of zijn deze niet voorzien van alle benodigde, tijdens de les geplaatste, handtekeningen, dan wordt de aanmelding voor de stagebeoordeling niet in behandeling genomen. Het portfolio of meerijdformulier wordt dan geretourneerd.

  • Het is niet toegestaan dat de stagementor of enig ander persoon, behoudens de in lid 5 genoemde personen, meerijdt tijdens de beoordeling van de praktijkles (de stagebeoordeling).

  • Tegen het meerijden van een extra persoon namens IBKI dan wel het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kan door de stagiair geen bezwaar worden gemaakt.

  • Eisen aan de leerling en de stagementor en eisen met betrekking tot instructievorderingenkaart en identificatie.

    De leerling

    • De leerling in de stagebeoordeling mag geen rijbewijs bezitten van de categorie waarvoor het examen wordt afgelegd. Zie voor categorie A, C, D en T respectievelijk Bijlage A, C, D en T behorende bij dit Algemene deel
      Examenreglement rij-instructeur.

    • Het is niet verplicht dat de leerling in de stagebeoordeling een leerling is waaraan in de verplichte stagerijlessen (lesuren) door de stagiair is lesgegeven.

    • De leerling moet al een aantal lessen hebben gevolgd; tegelijk mag de leerling niet al zodanig ver zijn met de rijopleiding, dat de leerling al volledig klaar is voor het rijbewijsexamen. Dit kan worden aangetoond door middel van de instructievorderingenkaart van de leerling. Met volledig klaar wordt bedoeld dat de leerling (bijna) alle lessen al heeft gevolgd en op het punt staat zich bij het CBR aan te melden dan wel dat een leerling al een of meerdere keren is gezakt voor het CBR-examen van de categorie waarvoor de stagiair examen af gaat leggen.

    De stagementor

    • Stagementoren moeten de wrm-bijscholingscursus stagementor gevolgd hebben en ten minste 5 jaar WRM-bevoegd zijn voor elke categorie waarvoor ze mentor willen zijn. Deze eisen gelden voor stagementoren categorie T vanaf 1 juli 2022. Stagementoren die al stagementor waren vóór 1 april 2020 blijven dat en hebben niet de verplichting de bijscholingscursus ‘Stagementor’ gevolgd te hebben.

    Instructievorderingenkaart

    • Tijdens de stagebeoordeling moet een originele instructievorderingenkaart van de leerling in het voertuig aanwezig zijn. Dit moet de echte, in de praktijk gebruikelijke, kaart zijn met de werkelijk gerealiseerde vorderingen van de leerling die meewerkt aan de stagebeoordeling van de stagiair.

    Identificatie

    • Voor de stagiair en de leerling gelden de volgende eisen met betrekking tot de identificatie:

      • Stagiair: geldig rijbewijs

      • Leerling: geldig identiteitsbewijs of geldig rijbewijs, niet geldig voor de categorie waarvoor het examen wordt afgelegd.

    Steekproefcontrole en sancties

    • Tijdens de stage voert IBKI onaangekondigd steekproefsgewijs inspecties uit. Deze inspecties zijn erop gericht de authenticiteit van de door de stagiair en de stagementor geleverde prestaties vast te stellen, alsmede wordt beoordeeld of de stage conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de aanwijzingen van IBKI worden uitgevoerd.

    • Indien tijdens een inspectie door IBKI wordt geconstateerd dat niet overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving dan wel de aanwijzingen van IBKI wordt gehandeld, leidt dit tot het oordeel onvoldoende en volgt een schriftelijke waarschuwing voor zowel de stagiair als de desbetreffende stagementor. IBKI maakt deze waarschuwing schriftelijk kenbaar aan zowel de stagiair als de desbetreffende stagementor.

    • Indien tijdens een volgende inspectie wederom wordt geconstateerd dat niet overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving dan wel de aanwijzingen van IBKI wordt gehandeld, leidt dit eveneens tot het oordeel onvoldoende en volgen de volgende sancties.

    • Alle tot dan toe geregistreerde stage-uren van de stagiair worden ongeldig verklaard. Dientengevolge kan de stagiair niet meer in aanmerking komen voor de stagebeoordeling (deel 3a).

    • Indien de stagiair opnieuw in aanmerking wil komen voor de stagebeoordeling dient de stagiair de wettelijk voorgeschreven stage-uren opnieuw te doorlopen.

    • De bevoegdheid van de stagementor tot het begeleiden van stagiaires wordt uit het register geschrapt. Dientengevolge is de stagementor voortaan niet meer bevoegd tot begeleiding van stagiaires.

      Verlenging geldigheidsduur stagepas

    • IBKI kan de geldigheidsduur van de stagepas (WRM-certificaat) éénmalig met maximaal vier aaneengesloten maanden verlengen. Deze verlenging kan alleen worden verleend als de stagiair(e) vanwege gewichtige en verschoonbare redenen de stage (deel 3) niet kan afmaken binnen de periode dat zijn/haar stagepas geldig is. De duur van de verlenging is afhankelijk van de ernst van de reden waarop het verzoek is gebaseerd. De reden zal in de meeste gevallen betrekking hebben op medische gronden maar is daar niet toe beperkt. De financiële situatie van de betrokken stagiair(e) is geen grond voor verlenging.

    • Het verzoek tot verlenging moet gedaan worden vóór de verloopdatum van de stagepas.

    • Als de verlenging op medische gronden wordt verzocht, moet de stagiair(e) bij het verzoek een medische verklaring/bewijsstuk(ken) met betrekking tot de gronden meesturen.

    • Redenen op medische gronden hebben betrekking op een tijdelijke fysieke beperking die het als rij-instructeur meerijden met een leerling onmogelijk maakt, door zwangerschap, langdurige ziekte, een ongeval of medische behandeling (zie ook artikel 11 van dit reglement).

    • IBKI beoordeelt authenticiteit, volledigheid en ernst/onvermijdelijkheid van de reden van het verlengingsverzoek maar treedt niet in het oordeel van een arts.

    • Vervolgens beoordeelt IBKI of sprake is van een verschoonbare reden.

    • Een relevante vraag die IBKI hierbij stelt is of het niet tijdig af kunnen ronden van de stage (deel 3) aan de betrokken stagiair(e) kan worden verweten en of de ontstane situatie voorzienbaar is geweest.

    • Er is geen sprake van een verschoonbare reden als het verlengingsverzoek korter dan 28 dagen vóór de verloopdatum van de stagepas is gedaan en het voldoen aan de resterende stageverplichting(en) hoe dan ook niet meer haalbaar is vóór de verloopdatum van de stagepas.

Artikel 22: Weergave eindoordeel

  • Het eindoordeel voor ieder examenonderdeel over de kennis en bekwaamheid van de kandidaat wordt tot uitdrukking gebracht in een van de cijfers 1 tot en met 10.


    10 (tien): uitmuntend
    9 (negen): zeer goed
    8 (acht): goed
    7 (zeven): ruim voldoende
    6 (zes): voldoende
    5 (vijf): bijna voldoende
    4 (vier): onvoldoende
    3 (drie): zeer onvoldoende
    2 (twee): slecht
    1 (een): zeer slecht.

  • In afwijking van het gestelde in lid 1 van dit artikel worden V (voldoende) of O (onvoldoende) gebruikt voor de waardering van de kennis en bekwaamheid voor:

    • het examenonderdeel 1b praktijkrit (bij categorie A de examenonderdelen 1c Bijzondere verrichtingen (BV) en 1b praktijkrit) en examenonderdeel 3a Stagebeoordeling (praktijkles).

Artikel 23: Examenvolgorde en -normering

  1. De kandidaat mag alle onderdelen van examendeel 1 en 2 in een volgorde naar keuze afleggen. Deel 1 hoeft niet te worden voltooid vóór het afleggen van de onderdelen van deel 2. Pas na het met goed gevolg afleggen van alle onderdelen van deel 1 en 2 mag de kandidaat met deel 3 beginnen, met de uitzondering dat vier passieve stage-uren categorie B ook al meegereden en geregistreerd mogen worden voordat deel 1 en 2 zijn afgerond.

  2. De kandidaat heeft deel 1 en 2 met goed gevolg afgelegd als voor examenonderdeel 1a, 2a en 2b ten minste het cijfer 6 (zes) is behaald en examenonderdeel 1b het resultaat V (voldoende) is behaald.

  3. De drie examendelen van examenonderdeel 1b praktijkrit zijn:

    1. Hoofdrijtaken

    2. Bijzondere verrichtingen

    3. Taakprocessen verwoorden.

  4. De kandidaat krijgt bij een herkansing van examenonderdeel 1b eenmaal een vrijstelling van onderdeel 2: Bijzondere verrichtingen ingeval voor examendeel 1: Hoofdrijtaken en examendeel 3: Taakprocessen verwoorden een onvoldoende resultaat is behaald, met hierbij een voldoende resultaat voor examendeel 2: Bijzondere verrichtingen.

  5. De kandidaat heeft deel 3 met goed gevolg afgelegd als voor examenonderdeel 3a stagebeoordeling (praktijkles) het resultaat V (voldoende) is behaald.

  6. In afwijking van lid 2 van artikel 23 geldt voor categorie A dat de kandidaat deel 1 met goed gevolg heeft afgelegd als:

    • voor examenonderdeel 1a ten minste het cijfer 6 (zes) is behaald en

    • voor examenonderdeel 1b het resultaat V (voldoende) is behaald en

    • voor examenonderdeel 1c Bijzondere verrichtingen (BV) het resultaat V (voldoende) is behaald.

  7. De kandidaat categorie A mag de onderdelen van deel 1 in een volgorde naar keuze afleggen. Pas na het met goed gevolg afleggen van alle onderdelen van deel 1 mag met deel 3 worden begonnen.

  8. In afwijking van lid 2 van dit artikel geldt voor categorie C, D, E achter B, E achter C/D of T (alleen als de T- kandidaat een geldig certificaat B of E achter C heeft) dat de kandidaat deel 1 met goed gevolg heeft afgelegd als:

    • voor examenonderdeel 1a ten minste het cijfer 6 (zes) is behaald en

    • voor examenonderdeel 1b het resultaat V (voldoende) is behaald.

  9. De kandidaat mag de onderdelen van deel 1 in een volgorde naar keuze afleggen. Pas na het met goed gevolg afleggen van alle onderdelen van deel 1 mag met deel 3 worden begonnen.

  10. Een kandidaat met een voldoende resultaat voor alle onderdelen van deel 1 (als het een T-kandidaat betreft met een geldig certificaat B) of deel 1 en 2 (als het een B-kandidaat betreft), ontvangt een WRM-certificaat (Stagepas) met een geldigheid die 12 (twaalf) maanden na het behalen van het laatste voldoende resultaat van deel 1 (T- kandidaat) of deel 1 of 2 (B-kandidaat) afloopt. Voor het verkrijgen van een stagepas is daarnaast vereist dat een geldige originele VOG naar IBKI wordt gestuurd.

  11. In afwijking van lid 10 van dit artikel geldt voor de categorieën A, C en D dat een kandidaat met een voldoende resultaat voor een volledige deel 1 een WRM-certificaat (Stagepas) ontvangt met een geldigheid die afloopt 10 (tien) maanden na het behalen van de volledige deel 1. Voor het verkrijgen van een stagepas is daarnaast vereist dat een geldige originele VOG naar IBKI wordt gestuurd.

  12. Op het moment dat een kandidaat categorie A, B, C, D of T een voldoende resultaat voor deel 3, examenonderdeel ‘3.a Stagebeoordeling (praktijkles)’ behaalt, ontvangt de kandidaat een WRM-certificaat met een reguliere geldigheidstermijn van 5 (vijf) jaar. Dit voldoende resultaat dient te zijn behaald binnen 10 (tien) (categorieën A, C en D) respectievelijk 12 (twaalf) maanden (categorie B of T) geldigheid van de Stagepas. Is dat niet het geval, dan moet het gehele examen A, B, C, D of T worden overgedaan, met uitzondering van de stage. Voor wat betreft de verloopdatum is artikel 28 van toepassing.

  13. In afwijking van lid 10 van dit artikel geldt, dat een kandidaat categorie E achter B, E achter C/D of T (alleen als de T-kandidaat een geldig certificaat E achter C heeft) een WRM-certificaat met een reguliere geldigheidstermijn van 5 (vijf) jaar ontvangt op het moment dat de kandidaat een voldoende resultaat haalt voor de volledige deel 1. Voor wat betreft de verloopdatum is artikel 28 van toepassing.

Artikel 24: Bijzondere omstandigheden

  1. Als tijdens een examenonderdeel blijkt dat niet het volledige examenonderdeel, waarvoor de kandidaat is uitgenodigd, kan worden afgelegd door omstandigheden gelegen bij de kandidaat, zal door de examenbeoordelingscommissie aan het examenonderdeel dat door die omstandigheden niet of niet volledig kan worden afgelegd, de waardering onvoldoende worden toegekend.

  2. De examenbeoordelingscommissie is bevoegd, ingeval daartoe gegronde redenen aanwezig zijn, een examen van een kandidaat te verlengen in een mate en op een wijze die door hem of door hem in samenspraak met de aanwezige gecommitteerde wenselijk wordt geacht. Deze gegronde redenen zijn niet gelegen in kenmerken van de individuele kandidaat, maar hebben betrekking op externe omstandigheden tijdens het examen dan wel op de uitvoering van het examen.

  3. IBKI heeft het recht om:

    • praktijkexamens te annuleren als het niet verantwoord is deze examens af te nemen op grond van (verwachte) extreme weersomstandigheden (winters weer met sneeuw en/of gladheid, storm). IBKI streeft ernaar de dag/middag vóór een examendag al een beslissing te nemen over het in deze situatie annuleren van een examendag, om te voorkomen dat deelnemers en beoordelaars voor niets op pad gaan. Dit is alleen mogelijk als de diverse weersverwachtingen voor de volgende dag hiervoor een voldoende basis bieden. Kandidaten worden dan individueel benaderd.

    • praktijkexamens te annuleren als pas op de examendag zelf op een bepaalde locatie wordt waargenomen dat het afnemen van examens op grond van (verwachte) extreme weersomstandigheden niet verantwoord is.

  4. Als IBKI:

    • De voorafgaande dag een examen annuleert vanwege (verwachte) extreme weersomstandigheden, dan zijn de examenkosten (het examentarief) voor rekening van IBKI. De overige gemaakte kosten zijn voor rekening van opleider en/of kandidaat.

    • Op de examendag zelf een examen annuleert vanwege (verwachte) extreme weersomstandigheden, zijn, in de periode 1 november tot en met 31 maart, dan zijn de examenkosten (het examentarief) alleen dan voor rekening van IBKI als wordt voldaan aan de bandeneis van artikel 24, lid 14. De overige gemaakte kosten zijn voor rekening van de opleider en/of de kandidaat.

  5. Uitgangspunt is dat een examen doorgang vindt. De examinatoren van IBKI kunnen een examen uitstellen als de weersomstandigheden en/of de toestand van de wegen het afnemen van een valide examen op de tevoren geplande tijd onmogelijk maken. Deze beslissing is bindend.

  6. De examinatoren nemen samen de beslissing om een rijexamen uit te stellen. Is slechts één examinator op een examenlocatie aanwezig, dan ligt de beslissingsbevoegdheid bij hem. Zodra de aanwezige examinatoren concluderen dat weer een valide examen kan worden afgenomen, worden de examens hervat.

  7. Direct na de beslissing om een examen uit te stellen, worden de kandidaten en de opleiders ingelicht.

  8. Het uitstellen gebeurt per examen. Als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan worden uitgesteld per blok van twee of meer examens.

  9. Een examen dat al is begonnen, kan vanwege de weersomstandigheden en/of de toestand van de wegen kort tijd worden onderbroken. Als volgens de examinator het resterende deel nog kan leiden tot een valide examen, hervat hij het examen.

     

  10. Een examen dat al is begonnen, kan vanwege de weersomstandigheden en/of de toestand van de wegen tussentijds worden beëindigd. De examinator maakt dit aan de kandidaat duidelijk. De kandidaat rijdt daarna op aanwijzingen van de examinator terug naar de examenlocatie. De examinator bepaalt of hij op dat moment een valide beoordeling van het examen kan vaststellen. Kan dat niet, dan wordt het examen uitgesteld.

  11. De kandidaat van wie het examen is uitgesteld, krijgt de mogelijkheid om zo spoedig mogelijk opnieuw examen te doen.

  12. Uit oogpunt van veiligheid gelden verschillende uitstelcriteria voor de categorieën motor (A), personenauto (B), vrachtauto (C), autobus (D), aanhangwagen (E) en tractor (T).

  13. Als de opleider/kandidaat niet aanwezig is op het moment dat na uitstel weer wordt gestart met de examens, dan vervalt het examen en vindt geen teruggave van het examengeld plaats.

  14. Om voor het gestelde in lid 4b van dit artikel in aanmerking te komen moet het examenvoertuig voor de categorie B tijdens de periode van 1 november tot en met 31 maart zijn voorzien van 4 (vier) winterbanden met daarop de letters M en S en het symbool van een sneeuwvlokje. Vierseizoenenbanden met deze merktekens zijn ook toegestaan. Het profiel van al deze banden moet minimaal 4 (vier) millimeter zijn.

  15. Voor de categorie BE is het voldoende dat het trekkend voertuig is voorzien van de hierboven genoemde banden.

Artikel 25: Herkansing

  1. De kandidaat die wordt afgewezen voor een of meer van de examenonderdelen van deel 1 (1.a en 1.b) en/of deel 2 (2.a en 2.b) mag dit deel of deze delen onbeperkt herkansen.

  2. Een voldoende resultaat van elk examenonderdeel van deel 1 en deel 2 blijft 12 (twaalf) maanden geldig.

  3. Bij het examenonderdeel 3.a Stagebeoordeling (praktijkles) wordt de kandidaat de gelegenheid geboden de praktijklesbeoordeling 2 (twee) keer te herkansen binnen de stageperiode van 12 (twaalf) (categorie B of T) respectievelijk 10 (tien) maanden (categorieën A, C of D).

  4. Bij een onvoldoende resultaat bij de tweede herkansing vervallen alle eerder behaalde voldoende examenresultaten van deel 1 en deel 2. Een kandidaat die het examen daarna wil voortzetten, zal dus het volledige examen van de betreffende categorie over moeten doen, met uitzondering van de stage.

Artikel 26: Verstrekking resultaat

  1. Een door de examinator en/of secretaris van de examenbeoordelingscommissie ondertekende resultatenlijst, waarop het (de) toegekende cijfer(s) is (zijn) vermeld en waaruit het eindresultaat van een examenonderdeel blijkt, wordt aan de kandidaat aan het einde van een afgerond examendeel overhandigd dan wel binnen 4 (vier) weken na de examendatum per post aan de kandidaat toegestuurd.

Artikel 27: Verkrijging bevoegdheid E achter B bij voldoende resultaat examen E achter C of D

  1. Kandidaten waaraan op grond van de behaalde resultaten een certificaat E achter C of E achter D wordt afgegeven, verkrijgen daarmee automatisch de bevoegdheid E achter B, conform de regels op dit punt bij het rijexamen, zoals vastgelegd in het Reglement Rijbewijzen.

Artikel 28: Verloopdatum certificaat bij behalen nieuwe bevoegdheid

  1. Kandidaten kunnen de omvang van de bevoegdheden van een bestaand certificaat uitbreiden door het met goed gevolg afleggen van het examen voor een (aanvullende) nieuwe bevoegdheid. Dan wordt op het nieuwe certificaat (na inlevering van het eerder afgegeven certificaat) de verloopdatum van het eerder afgegeven certificaat gezet.

Artikel 29: Computerstoring en stroomstoring

  1. Bij het optreden van een computerstoring dan wel een stroomstoring bij een WRM-examen dient de kandidaat in elk geval het volledige examen af te leggen.

  2. Als het examen naar het oordeel van de Examenbeoordelingscommissie niet binnen 15 minuten kan worden voortgezet, zal de kandidaat voor een nieuwe examendatum worden uitgenodigd. De kandidaat heeft dan recht op een gratis examen.

  3. Aan een gedeeltelijk afgelegd examen op de computer wordt door de Examenbeoordelingscommissie geen resultaat toegekend.

Artikel 30: Verwijdering van een kandidaat

  1. De Examenbeoordelingscommissie kan, onder schriftelijke opgave van redenen, overgaan tot verwijdering van een kandidaat en aan zijn examen(onderdeel) het resultaat onvoldoende toekennen.

  2. Redenen voor verwijdering van een kandidaat door de Examenbeoordelingscommissie kunnen onder meer zijn:

    • Luidruchtig en/of overlast veroorzakend gedrag tijdens het examen.

    • Roken tijdens het examen.

    • Verstoring van de openbare orde op of in de directe omgeving van de examenlocatie.

    • Misdragingen zoals omschreven in artikel 32.

Artikel 31: Bedrog

  1. Ingeval van bedrog/fraude of een poging daartoe, wordt de kandidaat onmiddellijk van verdere deelneming aan een examen(onderdeel) uitgesloten en wordt aan zijn examen(onderdeel) het resultaat onvoldoende toegekend.

  2. Ingeval na een examen(onderdeel) een onregelmatigheid blijkt als bedoeld in artikel 31, lid 1, zal de kandidaat alsnog de resultatenlijst worden onthouden. Een al uitgereikte resultatenlijst dan wel een al uitgereikt certificaat zal dan door IBKI ongeldig worden verklaard. De kandidaat zal van deze ongeldigverklaring schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

  3. Onder bedrog/fraude wordt in ieder geval doch niet uitsluitend verstaan:

    • Het op enigerlei wijze vastleggen van examenvragen, -antwoorden of uitwerkingen daarvan.

    • Het meenemen van de examenvragen, -antwoorden of uitwerkingen buiten het examenlokaal dan wel naar en in het examenlokaal.

    • Het tijdens het examen gebruiken van de op welke wijze dan ook, al dan niet via derden, verkregen examenvragen, -antwoorden of -uitwerkingen daarvan zoals bedoeld onder leden (a) en (b) van dit artikel tijdens het examen.

Verder is het ter beoordeling van de Examenbeoordelingscommissie gedrag aan te merken als bedrog of fraude dan wel handelen in strijd met het examenreglement in de zin van dit artikel.

Artikel 32: Misdragingen

  1. Als een kandidaat zich schuldig maakt aan misdragingen tijdens een examen, de stagebeoordeling of de praktijkbegeleiding wordt hiervan altijd aangifte gedaan bij de politie.

    • Daarnaast kan de directeur IBKI op grond van verslaglegging van de Examenbeoordelingscommissie besluiten, onder schriftelijke opgave van redenen, dat het eerstvolgende examenonderdeel dat de desbetreffende kandidaat nog dient te volgen om het WRM-certificaat te verkrijgen dan wel de geldigheid van het WRM-certificaat te verlengen, onder begeleiding van een daartoe bevoegd beveiligingsbedrijf zal plaatsvinden. De kosten hiervoor komen voor rekening van de kandidaat.

    • Een dergelijk besluit van de directeur IBKI geldt voor het eerstvolgende examenonderdeel. Blijkt bij dat eerstvolgende examenonderdeel dat de kandidaat zich wederom misdraagt, dan wordt de genomen maatregel verlengd voor het complete nog te volgen examentraject ter verkrijging of verlenging van het WRM-certificaat met een maximumduur van 5 (vijf) jaar.

    • De kandidaat wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit, inclusief opgave van redenen, van de directeur IBKI en geïnformeerd over de kosten die zijn gemoeid met de begeleiding van een daartoe bevoegd beveiligingsbedrijf.

  2. Onder misdraging wordt in elk geval doch niet uitsluitend verstaan:

    1. Verbaal of fysiek geweld of dreiging daarmee ten opzichte van leden van de examenbeoordelingscommissie en/of personeel van het exameninstituut IBKI.

    2. Moedwillige beschadiging/vernieling van roerende en/of onroerende goederen op het terrein van of in gebruik door IBKI.

    3. Verder is het ter beoordeling van de Examenbeoordelingscommissie gedrag aan te merken als misdragingen in de zin van dit artikel.

Artikel 33: Sancties hoofstuk 4

  1. Ingeval aan de eisen, voorwaarden en richtlijnen zoals gesteld in dit hoofdstuk, geheel of gedeeltelijk niet wordt voldaan, wordt het examen niet afgenomen dan wel wordt het examen afgebroken of als onvoldoende aangemerkt. De gevolgen daarvan zijn geheel voor rekening en risico van de kandidaat.

  2. Als het examen geheel niet wordt afgenomen, omdat voorafgaand aan het examen is vastgesteld dat geheel of gedeeltelijk niet is voldaan aan één van de eisen, voorwaarden en/of richtlijnen zoals gesteld in dit hoofdstuk, wordt dit examen niet meegeteld bij een bepaling van het aantal herkansingen dat de kandidaat voor dat specifieke examen ter beschikking heeft.

  3. Als het examen wordt afgebroken tijdens het afnemen van het examen dan wel het examen wordt als onvoldoende aangemerkt omdat aan de eisen, voorwaarden en/of richtlijnen zoals gesteld in dit hoofdstuk, geheel of gedeeltelijk niet is voldaan, wordt dit examen wel meegeteld bij een bepaling van het aantal herkansingen dat de kandidaat voor dat specifieke examen ter beschikking heeft.

  4. Lid 1 van dit artikel is van toepassing naast de sancties die elders in dit hoofdstuk worden vermeld.

5: Slotbepalingen


Artikel 34: Openbaarheid examens, examenopgaven en -antwoorden en toegang tot examens

  1. De toetsing op de computer dan wel de schriftelijke toetsing, met inbegrip van de daarin gebruikte examenopgaven en bijbehorende antwoorden, is niet openbaar noch kan deze ten kantore van IBKI worden ingezien.

  2. De examenonderdelen die in de praktijk worden afgenomen zijn niet openbaar.

  3. Daartoe door de minister aangewezen gecommitteerden hebben toegang tot deze examens.

  4. Buiten de examenkandidaten verleent de voorzitter toegang tot het examen aan personen die in het bezit zijn van een vanwege de minister dan wel IBKI gewaarmerkte uitnodiging.

  5. Van iedere deelnemer worden de gegevens over de geldigheid van zijn bevoegdheid tot het geven van rijinstructie door IBKI bewaard gedurende een periode van 20 jaar, te rekenen vanaf de dag van deelname aan het laatst bijgewoonde examen.

Artikel 35: Vragen, klachten en bezwaar

  1. Vragen of opmerkingen over een afgenomen praktisch examen kunnen aan het eind van de examendag alleen door de kandidaat zelf aan de examinator worden voorgelegd.

  2. Een kandidaat kan een klacht over de gang van zaken bij het examen binnen 14 (veertien) dagen per mail aan IBKI voorleggen via de Keuzehulp. Schriftelijke toezending per post is mogelijk naar IBKI, postbus 2360, 3430 DV, Nieuwegein.

  3. Elke belanghebbende kan een bezwaar indienen tegen een besluit van IBKI (de uitslag van een examen of een examenonderdeel).

    • Het bezwaar moet binnen 6 (zes) weken na het besluit worden ingediend bij de onafhankelijke Bezwarencommissie WRM via de Keuzehulp. Schriftelijke toezending per post is mogelijk naar IBKI, postbus 2360, 3430 DV, Nieuwegein.

  4. Verlengen van de eerdergenoemde termijn van 6 (zes) weken is niet mogelijk, ook niet als men ervoor kiest of heeft gekozen om eerst de klachtenprocedure van IBKI te gebruiken.

  5. Het indienen van een klacht en/of bezwaar schort de gevolgen van het besluit van IBKI niet op.

Artikel 36: Verantwoordelijkheid IBKI en examinator

  1. IBKI respectievelijk de examinator(en) is/zijn nimmer verantwoordelijk noch aansprakelijk voor schade ten gevolge van, door welke oorzaak dan ook, het in het ongerede geraken van bescheiden betreffende het examen, of het optreden van vertraging in de toezending van zodanige stukken, behalve als dit het gevolg is van opzet of grove schuld van IBKI respectievelijk de examinator(en). Voor het overige is artikel 10 van de Inschrijfvoorwaarden van toepassing.

Artikel 37: Onvoorziene situaties

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist IBKI.

Artikel 38: Annulering of verschuiving van een examen

Zie voor de annulerings- of verschuivingsregeling de Inschrijfvoorwaarden voor individuele deelname aan evenementen bij IBKI.

Artikel 39: Financiële consequenties van een niet afgelegd examen

De financiële consequenties van het niet (kunnen) afleggen van het examen, van het overtreden van de gedragsregels dan wel van het overtreden van andere in het reglement genoemde regels zijn voor de kandidaat. De consequenties bestaan hieruit dat indien de kandidaat het examen wederom wenst af te leggen, de kandidaat het examengeld opnieuw zal dienen te betalen. 

Artikel 40: Overgangsregeling

  1. Dit reglement voor het examen rijinstructeur treedt in werking op 1-4-2020.

  2. Met ingang van 1-4-2020 wordt de vorige versie van het algemene deel reglement examen rijinstructeur ingetrokken.

  3. Op examenonderdelen die kandidaten hebben afgelegd voor de datum van inwerkingtreding van dit examenreglement blijft voor wat betreft het voltooien van dat examenonderdeel het examenreglement dat voor 1-4-2020 gold van toepassing.

Artikel 41: Naam examenreglement

Dit reglement kan worden aangehaald als algemene deel reglement examen rijinstructeur 1-4-2020.