)
Examenreglement: WRM-praktijkbegeleiding
Ingangsdatum: 01-04-2020, versie -
Examenreglement: praktijkbegeleiding
Inhoudsopgave
1 Algemene bepalingen
2 Inhoud van de begeleiding en manier van examinering
3 Inschrijving voor de begeleiding
1 Algemene bepalingen
Artikel 1: Algemeen
In het kader van de verplichte bijscholing van de rij-instructeur voor de categorieën A, B, C, D, E en/of T ingevolge artikel 12b van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993.
2 Inhoud van de begeleiding en manier van examinering
Artikel 2
Elke rij-instructeur die zijn bevoegdheidspas geldig wil houden moet in een periode van vijf jaar één praktijkbegeleiding reserveren en deze laten beoordelen door een beoordelaar van IBKI. De rij-instructeur is zelf verantwoordelijk voor een tijdige indiening van de aanvraag voor een praktijkbegeleiding.
Praktijkbegeleiding is alleen mogelijk als de rij-instructeur een geldige bevoegdheidspas heeft.
De rij-instructeur die een geldige bevoegdheidspas voor meerdere categorieën heeft, mag zelf kiezen voor welk certificaat hij begeleiding wenst. Ook het moment van de praktijkbegeleiding is naar eigen keuze, zolang dit binnen de vijf jaar geldigheid van zijn bevoegdheidspas valt.
Artikel 3
Een praktijkbegeleiding bestaat uit één lesuur met een leerling (minimaal 50 minuten, maximaal 80 minuten). Per keer duurt een praktijkbegeleiding maximaal 110 minuten, inclusief voorgesprek en uitslag geven.
De lengte van de praktijkbegeleiding is voor alle categorieën gelijk.
Artikel 4
WRM-praktijkbegeleiding gebeurt in de eigen omgeving van de rij-instructeur. IBKI publiceert op de IBKI-website een lijst met zogenaamde centrale locaties waaruit de rij-instructeur kan kiezen; daarnaast heeft de rij-instructeur de mogelijkheid een eigen individuele locatie voor te stellen, die aan een aantal op de IBKI-website vermelde basisvoorwaarden moet voldoen.
Artikel 5
Het voertuig van de rij-instructeur bij de praktijkbegeleiding dient te voldoen aan de eisen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van het Algemene deel reglement voor het afnemen van het examen rij-instructeur.
Voertuigen met automatische versnellingsbak zijn toegestaan.
Artikel 6
De rij-instructeur zorgt zelf voor een leerling die opgeleid wordt voor het praktijkexamen CBR.
De leerling bezit geen rijbewijs van de categorie waarvoor het WRM-examen wordt afgelegd.
De rij-instructeur moet een lesonderwerp geven dat aansluit op het aan het begin van de les vastgestelde werkelijke aanvangsniveau en de instructievorderingenkaart van de leerling. De rij-instructeur overhandigt een kopie van deze originele volledig ingevulde instructievorderingenkaart aan de beoordelaar. Als het aanvangsniveau van de leerling niet aansluit bij de instructievorderingenkaart/de geplande les, kan de beoordelaar in overleg met de rij-instructeur besluiten dat er een ander lesonderwerp moet komen; de keuze van de beoordelaar is bindend.
De leerling mag niet al zodanig ver zijn met zijn rijopleiding dat hij al volledig klaar is voor het praktijkexamen CBR. Bij de leerling waaraan wordt lesgegeven moeten tenminste 5 bij het feitelijke niveau van de leerling aansluitende lesonderdelen over zijn die nog niet eerder inhoudelijk zijn behandeld.
Artikel 7
Het is niet toegestaan dat een persoon die betrokken is bij een opleidingsinstituut of enig ander persoon, met uitzondering van een extra persoon namens IBKI dan wel het ministerie van Infrastructuur en Milieu, meerijdt tijdens de beoordeling van de praktijkbegeleiding.
Het is niet toegestaan dat een persoon die betrokken is bij een opleidingsinstituut tijdens een praktijkbegeleiding fungeert als leerling van de rij-instructeur.
Tegen het meerijden van een extra persoon namens IBKI dan wel het ministerie van Infrastructuur en Milieu kan door de rij-instructeur geen bezwaar worden gemaakt.
Artikel 8
De beoordelaar van de praktijkbegeleiding observeert na een kort voorgesprek de gegeven les vanaf de achterbank. Tijdens de les maakt hij aantekeningen over de wijze van uitvoerig door de rij-instructeur. Deze aantekeningen worden na afloop van de uitvoering omgezet in een beoordeling op het van toepassing zijnde protocol. De beoordelaar stelt aan de hand van het ingevulde protocol en de daarbij behorende scorevoorschriften het behaalde resultaat vast.
In een nagesprek vertelt de beoordelaar zijn bevindingen en geeft hij de rij-instructeur feedback.
Artikel 9
De praktijkbegeleiding moet voldoende zijn. Er zijn twee herkansingsmogelijkheden. Als de eerste herkansing onvoldoende, is een tweede herkansing verplicht. Omdat van die herkansing veel afhangt, wordt een derde praktijkbegeleiding altijd beoordeeld door twee beoordelaars die tot één eindoordeel komen.
Als deze derde praktijkbegeleiding ook onvoldoende is, krijgt de rij-instructeur een verlenging van de WRM- bevoegdheid van 6 maanden, als deze rij-instructeur daarnaast:
6 unieke dagdelen aan bijscholingscursussen heeft gevolgd, waarvan één bijscholingscursus over wet- en regelgeving.
Vóór de verloopdatum van de WRM-bevoegdheid een originele geldige VOG bij IBKI heeft aangeleverd.
Als de derde praktijkbegeleiding onvoldoende is en niet wordt voldaan aan één van de extra vereisten van lid 2 dan wel niet wordt voldaan aan beide extra vereisten, wordt de WRM-bevoegdheidspas door IBKI ongeldig verklaard. De rij-instructeur moet dan het herintrederstraject met voldoende resultaat afsluiten om weer gecertificeerd te zijn.
Artikel 10
Rijinstructeurs ontvangen na afloop het begeleidingsprotocol met ingevulde beoordeling. Resultaten worden door IBKI geregistreerd.
De rij-instructeur ontvangt een bevoegdheidspas met een nieuwe geldigheidsperiode van 5 jaar vóór de afloop van zijn oorspronkelijke geldigheidsduur als hij, al dan niet na een herkansing, een voldoende resultaat heeft behaald voor zijn praktijkbegeleiding (en als ook voldaan is aan de verplichtingen met betrekking tot de bijscholingscursus).
Artikel 11
IBKI kan de geldigheidsduur van een WRM-certificaat éénmalig maximaal twaalf maanden verlengen als een rij-instructeur vanwege gewichtige en verschoonbare redenen niet aan zijn verplichting tot praktische bijscholing kan voldoen. De verlenging is afhankelijk van de ernst van de reden. De reden zal in de meeste gevallen betrekking hebben op medische gronden, maar is daar niet toe beperkt.
Het verzoek tot verlenging moet gedaan worden vóór de verloopdatum van het certificaat.
Als de verlenging op medische gronden wordt verzocht, moet de rij-instructeur bij het verzoek een medische verklaring met betrekking tot de gronden meesturen.
Redenen op medische gronden hebben betrekking op een tijdelijke fysieke beperking die het als rij-instructeur meerijden met een leerling onmogelijk maakt, door zwangerschap, ziekte, ongeval of medische behandeling.
IBKI beoordeelt authenticiteit, volledigheid en ernst/onvermijdelijkheid van de reden van het verlengingsverzoek, maar treedt niet in het oordeel van een arts.
Vervolgens weegt IBKI of sprake is van een verschoonbare reden: kan het probleem van het binnenkort verlopen van het WRM-certificaat zonder dat aan alle bijscholingsverplichtingen is voldaan aan de betrokken rij-instructeur verweten worden?
Bij het wegen van de verschoonbaarheid let IBKI vooral maar niet uitsluitend op de volgende twee vragen:
Is de betrokken rij-instructeur op tijd met zijn verplichte bijscholing begonnen?
Het kan voorkomen dat betrokkene een substantieel deel van de bijscholingsverplichting vlak voor de verloopdatum van het certificaat nog niet heeft voltooid, terwijl er voldoende mogelijkheid was deze bijscholing te volgen voordat de verhinderingsgrond zich voordeed. Dit verzwakt het verschoonbaarheidsargument. Dat is zeker het geval als de nog resterende bijscholingsverplichting planningstechnisch (bij IBKI en/of de bijscholingsaanbieder en/of betrokkene zelf) hoe dan ook niet meer in de periode tussen ontvangstdatum verlengingsverzoek en verloopdatum WRM-certificaat voltooid had kunnen worden.
Hoeveel dagen zitten tussen de ontvangstdatum van het verlengingsverzoek en de verloopdatum van het WRM-certificaat?
Hierbij speelt een rol of het verlengingsverzoek ook veel eerder gedaan had kunnen worden omdat de verhinderingsgrond al veel eerder bekend was.
3 Inschrijving voor de begeleiding
Artikel 12
Voor elke reservering van een praktijkbegeleiding is vereist:
Online aanmelding met alle noodzakelijke gegevens via Mijn IBKI.
Storting van het verschuldigde examengeld.
Het is alleen mogelijk een herkansing te boeken als voor (een) eerder afgelegde praktijkbegeleiding(en) van dezelfde rij-instructeur in het computersysteem van IBKI een resultaat staat. Van tevoren in Mijn IBKI tegelijk twee afzonderlijke data voor een praktijkbegeleiding boeken is dus niet mogelijk.
Artikel 13
Dit document behoort bij het Algemeen deel reglement voor het afnemen van het examen rij-instructeur en kan worden aangehaald als Reglement praktijkbegeleiding verplichte bijscholing rij-instructeur.