IBKI-examenreglement: Bijzondere verrichtingen

Examenreglement: Bijzondere verrichtingen

Inhoudsopgave

1 Algemene bepalingen

2 Strengere IBKI-eisen bij categorie B

3 Strengere IBKI-eisen bij categorieën E achter B & C/D

1 Algemene bepalingen

We kunnen je vragen om bijzondere verrichtingen uit te voeren. Nu heeft het CBR hier eisen voor. Alleen stellen wij bij categorieën B en E achter B/C/D/E achter C/D in een aantal gevallen strengere eisen. Hieronder staat een overzicht van deze strengere eisen per categorie.

Belangrijk:

Zie je geen strengere eisen staan voor bepaalde onderdelen van categorieën B en E achter B/C/D/E achter C/D? Dan nemen we de eisen van het CBR 1:1 over.
Voor categorieën A,C,D & T houden we de eisen van het CBR aan.

Algemene voertuigrichtlijnen voor alle categorieën

Om te beginnen zijn er algemene voertuigrichtlijnen vanuit IBKI die gelden voor alle bijzondere verrichtingen voor categorie B.

Je mag de rechterbuitenspiegel verstellen voordat je een bijzondere verrichting begint.
Je moet alle bijzondere verrichtingen vlot & veilig uitvoeren zodat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt.
Ontvang je een onvoldoende voor een bijzondere verrichting? Dan mag je alleen de eerste gelijk erna herkansen. De (eventuele) rest niet.

2 Strengere IBKI-eisen bij categorie B

Achteruitrijden in een rechte lijn

Je moet stoppen aan de rechterkant van de rijbaan. Vervolgens rij je 20 meter achteruit en hou je dezelfde afstand tot de zijkant van de rijbaankant aan. Je examinator houdt de afstand bij.

Achteruitrijden in een bocht

Je moet stoppen op een geschikte plek. Daarbij mag je niet meer dan een halve meter van de kant van de rijbaan staan. Vervolgens rij je achteruit door de bocht en hou je dezelfde afstand tot de zijkant van de rijbaankant aan. Je mag alleen kleine stuurcorrecties over een korte lengte maken. Geteld vanaf de bocht moet je enkele meters achteruitrijden.

Parkeren in een haaks of schuin vak (vooruit & achteruit)

Je moet parkeren in een parkeervak tussen 2 andere lege vakken. Je examinator geeft aan welke het moet zijn. Je mag zelf weten hoe je parkeert, als het maar voldoet aan de volgende voorwaarden:

Je start met parkeren op de eigen weghelft.
Je kijktechniek is goed.
Je mag niet in tegenovergestelde richting corrigeren. Dus bij vooruit parkeren mag je alleen vooruitrijden en alleen achteruitrijden bij achteruit parkeren.
Het voertuig staat na afloop ongeveer recht & middenin het vak en je bent maar een klein stukje door het aangrenzende vak gereden.

Parkeren in een garage of inrit (vooruit & achteruit)

Je moet parkeren in een garage of inrit en op een ruime afstand van de betreffende plek stoppen. Je examinator geeft aan welke garage of inrit het moet zijn. Je mag zelf weten hoe je parkeert, als het maar voldoet aan de volgende voorwaarden:

Je start met parkeren op de eigen weghelft.
Je kijktechniek is goed.
Het voertuig staat ongeveer recht en de bestuurder kan uitstappen.

Fileparkeren (vooruit & achteruit)

Je moet fileparkeren en stoppen op een door de examinator aangegeven plek. Bij vooruit fileparkeren moet er een vrije ruimte zijn van tenminste 3 voertuiglengtes. Ook moet je in 1x weg kunnen rijden vanuit de geparkeerde positie.

Bij achteruit fileparkeren bepaalt de examinator of er genoeg vrije ruimte is. Bij beiden geldt dat je zelf mag weten hoe je parkeert, als het maar voldoet aan de volgende voorwaarden:

Je kijktechniek is goed.
Je voertuig staat parallel aan de rijbaan of stoep op niet meer dan 20 cm.
Je voertuig staat kort achter het andere geparkeerde voertuig.

Omkeren door te steken & een halve draai

Omkeren door te steken én Omkeren via een halve draai zijn 2 verschillende bijzondere verrichtingen waarbij je je voertuig op de rijbaan moet keren op een door jezelf gekozen plek. Het verschil zit 'm in de methode: 1x achteruitsteken of een halve draai gebruiken. Voor beiden geldt dat het keren moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

Je kijktechniek is goed.
Je mag maximaal 1x achteruitrijden. (Alleen voor omkeren door te steken)
Je mag de parkeerplaatsen naast de rijbaan gebruiken zolang de totale breedte tussen de stoepranden ongeveer 1,5 keer de voertuiglengte is.
Je moet een keerplek uitkiezen waarbij je geen last gaat hebben van obstakels. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bomen, lantaarnpalen of vuilnisbakken.
Bij keren via een halve draai mag je naast de hele rijbaan en parkeerplaatsen ook een kruising gebruiken.

Hellingproef

Je moet op een helling stoppen en daarna veilig verder rijden zonder dat de auto afslaat of achteruit rolt. De proef kan afhankelijk van de situatie stijgend of dalend worden uitgevoerd. Voor beiden geldt dat de proef moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

Je stopt op de helling aan de rechterkant van de rijbaan.
Je kiest zelf of je de handrem, voetrem of eventueel ander wegrijhulpsysteem gebruikt.
Zodra de auto beweegt, kan je de koppeling helemaal loslaten en normaal rijden.

3 Strengere IBKI-eisen bij categorieën E achter B & C/D

Aan- & afkoppelen

Je moet, afhankelijk van de exacte categorie, een oplegger of aanhangwagen koppelen aan je voertuig. Deze bijzondere verrichting moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

Je mag het 3 keer proberen.
Je mag 2 keer uitstappen om de positie te bepalen, bij de 3e keer moet je koppelen.
Je mag een pilon, wielkeg of camera gebruiken.
Je moet de veiligheidsremming doen.

Het is een succesvolle poging als je vanuit de startpositie je lesvoertuig voor een oplegger of aanhangwagen kan zetten. Hierbij moet je beide kunnen koppelen zonder of duwen of trekken. Je examinator mag geen aanwijzingen geven tenzij het noodzakelijk is in verband met dreigende schade of de verkeersveiligheid.

Achteruitrijden in een bocht

Omkeren en hierbij een links gelegen zijstraat gebruiken

Bij deze bijzondere verrichtingen moet je je voertuig op de rijbaan keren en hierbij een linkerzijstraat gebruiken op een door jezelf gekozen plek. Je moet van tevoren aangeven wat je gaat doen. Verder moet het keren vlot en veilig gebeuren.